speed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • speed
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘drugs’ voor het eerst aangetroffen in 1970 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord speed -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

despeedm

  1. (informeel) (scheikunde) drug met een stimulerende werking meestal amfetamine
  2. snelheid
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord speed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  speed (US)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
speed speeds

Zelfstandig naamwoord

speed

  1. snelheid

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Bijvoeglijk naamwoord

speed

  1. (spreektaal) gestresst, opgefokt, speedy
    «Le chirurgien m’a paru trop speed, j’ai voulu annuler l’opération.»
    De chirurg leek me te gestresst, ik wilde de operatie annuleren. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.