speelbal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speelbal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • speel·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelbal speelballen
verkleinwoord speelballetje speelballetjes

Zelfstandig naamwoord

despeelbalm

  1. (spel) bal waarmee gespeeld wordt
  2. (figuurlijk) willoos, weerloos slachtoffer
    • De mens is een speelbal van zijn emoties. 
  3. (figuurlijk) iets wat zelf geen enkele invloed heeft op een proces, maar daar wel in wordt gebruikt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord speelbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.