speelbank

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speelbank    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • speel·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelbank speelbanken
verkleinwoord speelbankje speelbankjes

Zelfstandig naamwoord

despeelbankv/m

  1. (spel) instelling waar men aan kansspelen kan deelnemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • speelbankhouder

Gangbaarheid

  • Het woord speelbank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.