speling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spe·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘speelruimte’ voor het eerst aangetroffen in 1351 [1]
  • Naamwoord van handeling van spelen met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord speling spelingen
verkleinwoord spelinkje spelinkjes

Zelfstandig naamwoord

despelingv

  1. (techniek) ruimte tussen twee of meer onderdelen van een constructie, zodat deze, gewenst of ongewenst, ten opzichte van elkaar kunnen bewegen
    • Zonder speling tussen de opeenvolgende spoorstaven zouden de rails kromtrekken bij grote hitte. 
  2. (figuurlijk) ruimte voor wat nuance
    • Laten we dit met enige speling volgen. 
Hyponiemen
  • geldspeling, grondspeling, kielspeling, klankspeling, klepelspeling, klepspeling, tandwielspeling, woordspeling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord speling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.