spoorboom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spoorboom    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsporbom/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • spoor·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoorboom spoorbomen
verkleinwoord spoorboompje spoorboompjes

Zelfstandig naamwoord

despoorboomm

  1. (spoorwegen) slagboom bij een gelijkvloerse bewaakte spoorwegovergang die het verkeer op de weg tegenhoudt
    • De bromfietser laveerde tussen de spoorbomen heen en werd door de trein aangereden. 

Gangbaarheid

  • Het woord spoorboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.