spoorverkeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spoorverkeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spoor·ver·keer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spoor zn en verkeer zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | spoorverkeer | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het spoorverkeer o
- (spoorwegen) al het vervoer dat over een spoorweg gaan
- ▸ Tiverzin zou jarenlang denken dat hij die nacht in zijn eentje het werk en het spoorverkeer had stilgelegd.[1]
- ▸ Het spoorverkeer in Canada heeft al dagen last van protesten van de inheemse bevolking. Ze blokkeren het spoor in strijd tegen de bouw van een oliepijpleiding die dwars door hun traditionele land zal lopen.[2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord spoorverkeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Inheemse bevolking Canada protesteert tegen pijpleiding” (20-02-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.