treinenloop
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: treinenloop (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trei·nen·loop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trein zn en loop zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | treinenloop | treinenlopen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de treinenloop m [1]
- (spoorwegen) de gang van de treinen; de voortgang van de treinen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord treinenloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
- ↑ Weblink bron “Treinverkeer hele avond ontregeld na storing bij ProRail, morgen weer normaal” (donderdag 16 september 2021, 18:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.