sportredacteur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sportredacteur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sport·re·dac·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportredacteur sportredacteuren
sportredacteurs
verkleinwoord sportredacteurtje sportredacteurtjes

Zelfstandig naamwoord

desportredacteurm

  1. (beroep) (sport) redacteur die de sportrubriek in een periodiek verzorgt
Verwante begrippen
  • sportredactrice

Gangbaarheid

  • Het woord sportredacteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.