redacteur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  redacteur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·dac·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord redacteur redacteuren
redacteurs
verkleinwoord redacteurtje redacteurtjes

Zelfstandig naamwoord

deredacteurm

  1. (beroep), (media) iemand die berichten verzamelt en bewerkt voor publicatie
  2. (beroep), (media) iemand die teksten corrigeert en klaarmaakt voor publicatie
     Ik wil in het bijzonder mijn vrouw bedanken voor haar advies als redacteur: ze gaf steeds realistische feedback en ik had het boek niet zonder haar hulp kunnen schrijven.[1]
Hyponiemen
  • hoofdredacteur
  • kunstredacteur
  • lezersredacteur
  • mederedacteur
  • muziekredacteur
  • nachtredacteur
  • tijdschriftredacteur
  • toneelredacteur
  • vakredacteur
  • webredacteur
  • weekbladredacteur
  • wetenschapsredacteur
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord redacteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.