spotlach
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spotlach (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spot·lach
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spotten ww en lach zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spotlach | spotlachen |
verkleinwoord | spotlachje | spotlachjes |
Zelfstandig naamwoord
de spotlach m [1]
- een lach waarmee men met iets of iemand de spot drijft
- ▸ Zij voeren dat van vroeger verder, alle kleine beuzelingen zijn gewichtigheden en alle gewichtige problemen worden met een spotlach afgedaan; het toilet en het kapsel nemen vele uren in beslag, als vroeger dragen zij hun haren gepoederd, zijn hun wangen geschminkt, hun kleren met kanten en strikken versierd.[2]
- ▸ Hij ziet de spotlach niet die ze hem nazendt.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord spotlach staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- 1 2 Johanna van Ammers-Küller“Tavelinck-trilogie” (1970), Strengholt, ISBN 9060101723
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.