sprinttitel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sprinttitel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sprint·ti·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sprinttitel sprinttitels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desprinttitelm

  1. (sport) het zich de kampioen mogen noemen op de korte afstand
     Otterspeer verovert Nederlandse sprinttitel en ticket voor WK[1]
     Herzog verovert Europese sprinttitel; Leerdam vierde[2]

Gangbaarheid

  • Het woord sprinttitel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    NOS Schaatsen
    “Otterspeer verovert Nederlandse sprinttitel en ticket voor WK” (Zondag 27 januari 2019, 18:52), NOS
  2. Weblink bron
    NOS Schaatsen
    “Herzog verovert Europese sprinttitel; Leerdam vierde” (Zondag 13 januari 2019, 12:51), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.