stadsplanner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stadsplanner    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stads·plan·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadsplanner stadsplanners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stadsplanner m

  1. (beroep) een persoon die werkt op inrichting en uitbreiding van een stad
    ▸ Stadsplanners lieten ooit de ontwikkelingen tussen Keizers- en Prinsengracht op hun beloop.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord stadsplanner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron
    Tijs van de Boomen
    “De volgebouwde Felix Meritisbuurt is zonder tuin toch zeer gewild” (30 oktober 2016), Het Parool
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.