stagiair

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stagiair    (hulp, bestand)
  • IPA: /staˈʒɛːr/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sta·gi·air
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans stagiaire, in de betekenis van ‘die een stage doormaakt’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stagiair stagiairs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

destagiairm

  1. (beroep) (onderwijs) iemand die een tijd in een bedrijf praktisch gaat werken (stage gaat lopen) als onderdeel van zijn of haar opleiding
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord stagiair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.