standpunt

Nederlands

Uitspraak

Geluid: standpunt (hulp, bestand)
IPA: /stɑmpʌnt/

Woordafbreking

stand·punt

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van stand en punt

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	standpunt	standpunten
verkleinwoord	standpuntje	standpuntjes

Zelfstandig naamwoord

het standpunt o

een houding die men aanneemt ten aanzien van een actueel vraagstuk
- Het standpunt van de partij staat nog ter discussie.
het punt waar men zich bevindt om waar te nemen
- De foto is genomen vanaf het hoogte standpunt.

Hyponiemen

beleidsstandpunt
bestuursstandpunt
camerastandpunt (2)
collegestandpunt

fractiestandpunt
geloofsstandpunt
kabinetsstandpunt
klassenstandpunt
meerderheidsstandpunt

minderheidsstandpunt
opnamestandpunt (2)
overheidsstandpunt
partijstandpunt
regeringsstandpunt

tussenstandpunt
vertelstandpunt
vreemdelingenstandpunt
vrouwenstandpunt
werkgeversstandpunt

Vertalingen

1. Houding ten aanzien van een vraagstuk

Duits: Stellungnahme ^(de) v
Engels: viewpoint ^(en)
Frans: point de vue ^(fr) m

Spaans: postura ^(es) v, punto de vista ^(es) m

2. Waarnemingspunt

Frans: point de vue ^(fr)

Gangbaarheid

Het woord standpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "standpunt" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.