stapelsteen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stapelsteen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstapəlˌsten/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sta·pel·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stapelsteen stapelstenen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

destapelsteenm

  1. (bouwkunde) stuk natuurlijk gesteente dat met vergelijkbare stukken aan elkaar gepast worden om zonder mortel muren te maken
     Op de weidegronden kuiert het vee, zwartbonte runderen en zwartkopschapen, tussen hagen, niet meer tussen muurtjes van stapelsteen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'stapelsteen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Joyce Roodnat
    “Burgh by Sands - Bowness-on-Solway” (23 september 2006) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.