steekkar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  steekkar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstekɑr/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • steek·kar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steekkar steekkarren
verkleinwoord steekkarretje steekkarretjes

Zelfstandig naamwoord

desteekkarv/m

  1. tweewielig wagentje met twee hoog geplaatste handvatten die verbonden zijn met een kort, plat laadvlak dat in stilstand op de grond rust en dan eenvoudig onder lading kan worden geschoven; hierna kan het geheel door de handvatten gemakkelijk worden gekanteld en weggereden
     Na enkele maanden ministerschap eiste Jos van Kemenade (Onderwijs, PvdA) in 1973 inzage in alle brieven die in zijn naam de deur van het ministerie uitgingen. De volgende dag reed een bode een steekkar voor zijn kamerdeur, met vijf grote dozen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord steekkar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Pieter van Os & Mark Kranenburg
    “Minister moet alle 'relevante informatie' krijgen” (24 januari 2009) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.