steker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  steker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstekər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ste·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steker stekers
verkleinwoord stekertje stekertjes

Zelfstandig naamwoord

destekerm

  1. mens of dier die of dat steekt
  2. voorwerp dat men ergens in steekt
    1. (elektrotechniek) (verouderd) connector met pennen om in een contactdoos te steken
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord steker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.