stemspleet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stemspleet    (hulp, bestand)
  • IPA: /stɛmsplet/
Woordafbreking
  • stem·spleet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stemspleet stemspleten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destemspleetv/m

  1. deel van de stembanden waar door resonantie het geluid gevormd wordt
    • Door de operatie aan het strottenhoofd was de stemspleet geraakt waardoor hij zijn stem verloren is. 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord stemspleet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.