stokpaard
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stokpaard (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stok·paard
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stok zn en paard zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stokpaard | stokpaarden |
verkleinwoord | stokpaardje | stokpaardjes |
Zelfstandig naamwoord
het stokpaard o
- (speelgoed) een stuk speelgoed bestaande uit een meestal houten paardenhoofd aan een stok waarmee kinderen paardje konden rijden
- (figuurlijk) een gespreksonderwerp dat iemand steeds maar weer ter sprake brengt
- Hij heeft het over de tijd van voor de oorlog. z'n stokpaardje.
Opmerkingen
- [2] Doorgaans bezigt men in dit geval de verkleinvorm "stokpaardje"
Hyperoniemen
- [1] kinderspeelgoed
Verwante begrippen
- [1] hobbelpaard
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord stokpaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stokpaard" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ stokpaard op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.