stormvloed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stormvloed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • storm·vloed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stormvloed stormvloeden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destormvloedm

  1. combinatie van tegelijkertijd storm en vloed, het zeewater komt dan extra hoog
    • Tijdens de stormvloed van 1953 zijn grote delen van Zeeland en Zuid-Holland overstroomd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stormvloed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.