strammig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  strammig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stram·mig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van stram met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen strammigstrammigerstrammigst
verbogen strammigestrammigerestrammigste
partitief strammigsstrammigers-

Bijvoeglijk naamwoord

strammig [1]

  1. niet soepel meer in de gewrichten en daardoor stijf
  2. (figuurlijk) niet soepel of makkelijk
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord strammig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.