strandopgang

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  strandopgang    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstrɑntopxɑŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • strand·op·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strandopgang strandopgangen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

destrandopgangm

  1. pad of weg waarmee men over de duinen op het strand kan komen
     Samen met buurtgenoot Jos Nijhuis loop ik in de duinen. In ons enthousiasme missen we de strandopgang tussen Noordwijk en Zandvoort, zodat we 20,8 km doen.[1]
     De dorpskern van Monster heeft drie strandopgangen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'strandopgang' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “De juwelier komt voorbij. Ik bijt op mijn tong” (22 oktober 2011) op nrc.nl
  2. Weblink bron “Psssst..... niet doorvertellen” (2 juli 2010) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.