strobaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  strobaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstrobal/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • stro·baal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strobaal strobalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destrobaalv/m

  1. hoeveelheid samengebonden droge stengels van graan; bundel samengeperst stro
    • 'Ze zijn niet meer van deze tijd', legt voorzitter Robert Zandstra uit. 'Om brandgevaar te voorkomen moesten strobalen met een chemisch goedje worden behandeld. Dat is milieu-onvriendelijk. Bovendien moeten we alle balen na het evenement weggooien. Vanwege de duurzaamheid stoppen we dus met het gebruik van strobalen.' [1] 
    • Op een boerderij aan de Greuneweg in Meddo is dinsdag een strostrooier in brand gevlogen. De boer was met het voertuig strohokken aan het bijvullen, toen de strobaal vlam vatte. Niemand raakte gewond. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord strobaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.