struikgewas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  struikgewas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • struik·ge·was
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord struikgewas struikgewassen
verkleinwoord struikgewasje struikgewasjes

Zelfstandig naamwoord

hetstruikgewaso

  1. (plantkunde) Een groep van bij elkaar staande struiken
    • De bal verdween in het struikgewas. 
     Waakzaam schoten mijn ogen alle kanten op, speurend naar verborgen slangen in het struikgewas.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord struikgewas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.