struisvogelveer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: struisvogelveer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- struis·vo·gel·veer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van struisvogel zn en veer zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | struisvogelveer | struisvogelveren |
| verkleinwoord | struisvogelveertje | struisvogelveertjes |
Zelfstandig naamwoord
de struisvogelveer v / m
- een veer van een struisvogel die vaak voor decoratieve doeleinden wordt gebruikt
- ▸ `Heilige God, heilige Sterke, heilige Onsterfelijke'— als een stille windzucht trekt het gezang door de straat en blijft daar hangen, alsof er met een zachte struisvogelveer door de lucht is gestreken, en alles wiegt: de kransen en de mensen die hun tegemoetkomen, de gepluimde paardenhoofden, het zwiepende wierookvat aan een kettinkje in de hand van de priester, de witte grond onder hun voeten.[2]
- ▸ Bont is gelukkig niet meer van deze tijd, maar de struisvogelveer is in opkomst. Alsof dát diervriendelijk is. Hypocriet. Doe maar niet.[3]
Gangbaarheid
- Het woord struisvogelveer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron Alexandra Besuijen“De dagen van de goeie ouwe avocado zijn geteld” (10/01/2018), HP de Tijd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.