stukgaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stukgaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstʏkxan/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • stuk·gaan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stukgaan
ging stuk
stukgegaan
klasse 7 volledig

Werkwoord

stukgaan

  1. ergatief ophouden te functioneren al of niet door te breken
    • Mijn radiootje is stukgegaan. 
  2. ergatief (spreektaal) in lachen uitbarsten
     Ik plaats regelmatig activistische dingetjes op mijn Instagram. Op een keer postte ik daar de vraag: wat heb jij geleerd, wat is jou het meest bijgebleven dit jaar? De meeste mensen kwamen met super politiek correcte antwoorden, zoals: “ik heb geleerd dat ikzelf ook best wel discriminerende dingetjes zeg.” Maar toen kwam Oifik mijn vriend, die ik toen nog niet kende. En hij zei: “Wat ik eigenlijk iedereen wil meegeven, is het volgende: wat je echt een keer moet proberen is een opgewarmd broodje pindakaas en augurken”. Ik reageerde eigenlijk net als nu, ik ging stuk en daarmee was gelijk het ijs gebroken.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stukgaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie
    Bete
    “CT people: Bete” (17 september 2020) op compagnietheater.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.