stukje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stukje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stuk·je

Zelfstandig naamwoord

hetstukjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stuk
     Ik duwde de deur met beide handen open en zag dat er ’s nachts een dik pak sneeuw was gevallen, waarvan een stukje geel kleurde toen ik er mijn waterfles in leegde.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord stukje stukjes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetstukjeo dim. tant.

  1. kort verhaal of opstel in krant of tijdschrift
    • Simn Carmiggelt beschouwde zichzelf als stukjesschrijver 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • stukjesschrijver
Uitdrukkingen en gezegden
  • stukje bij beetje
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stukje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.