subjectie

Uitspraak

• Geluid:  subjectie    (hulp, bestand)
• IPA: / sʏpˈjɛksi / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• sub·jec·tie

Woordherkomst en -opbouw

• van Middelnederlands subjectie ^[1][2]

Zelfstandig naamwoord

de subjectie v

1. (verouderd) toestand waarin men anderen tot gehoorzaamheid kan dwingen

   • Maar wat was de houding van de Prins van Oranje onder dat alles? Dat hij tot weerstand aan Frankrijk ried, was wat het volk van hem verwachtte; 't was ook wat hem en Amsterdam in deze dagen zo na tot elkaar bracht. Maar werd De Witt's vrees niet bewaarheid, dat hij het land onder subjectie van Engeland brengen zou? ^[3]

2. toestand waarin je altijd moet doen wat een ander zegt

   • Altijd bleef zij een overgave van hem vergen, een religieuze subjectie. ^[4]

Gangbaarheid

• Het woord 'subjectie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Woordherkomst en -opbouw

• via Oudfrans subjection, van Latijn subiectio ^[1][2]

Zelfstandig naamwoord

1. subjectie, toestand waarin men anderen tot gehoorzaamheid kan dwingen
2. subjectie, toestand waarin je altijd moet doen wat een ander zegt

Verwijzingen