heerschappij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  heerschappij    (hulp, bestand)
  • IPA: /hersxɑˈpɛi/
Woordafbreking
  • heer·schap·pij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heerschappij heerschappijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deheerschappijv

  1. (politiek) geheel der dingen waarover iemands macht zich uitstrekt, waarover hij heerst (bewind uitoefent) en het daarbij horende gezag geniet
    • De partijen die drie maanden hebben gevochten om de heerschappij in de Somalische hoofdstad, Mogadishu, hebben gisternacht een wapenstilstandsakkoord getekend.[3] 
  2. (religie) de opperbestuur van god
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord heerschappij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. heerschappij op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Trouw, krant van donderdag 5 maart 1992 (50ste jaargang, nr. 14532), pagina 5, Buitenland, Verder "Bestand Somalië"; gehaald via (geraadpleegd 2021-11-23)
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.