taalbeheerser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taalbeheerser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • taal·be·heer·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalbeheerser taalbeheersers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detaalbeheerserm

  1. (beroep) iemand die het vak taalbeheersing beoefent
     Sporza-journalist Peter Vandenbempt is woensdag uitgeroepen tot de winnaar van de Grote Prijs Jan Wauters. Daarmee wordt een Nederlandstalige mediapersoonlijkheid bekroond ‘die excelleert in het gebruik van het Nederlands en van wie het taalgebruik getuigt van een uitstekende taalbeheersing en een grote creativiteit’........De andere genomineerden waren Tom De Cock (MNM), Annelies Beck (VRT), Faroek Özgünes (VTM) en Mark Janssens (VRT). De jury werd voorgezeten door Thérèse Wauters, de weduwe van Jan, en bestond voorts nog uit Annie Van Avermaet (taalbeheerser), Ruth Joos (radiomaker VRT), Birgit Van Mol (tv-journaliste VTM), Jeroen Roppe (algemeen hoofdredacteur Bruzz), Wim Vanseveren (directeur deBuren), Leo Hellemans (voormalig gedelegeerd bestuurder VRT) en Ruud Hendrickx (taaladviseur VRT).[1]

Gangbaarheid

  • Het woord taalbeheerser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    dgs
    “Peter Vandenbempt wint zowel Grote Prijs als Publieksprijs Jan Wauters” (27/10/2016), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.