taalstudie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taalstudie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • taal·stu·die
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taalstudie taalstudies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detaalstudiev

  1. (taalkunde) onderzoek van en onderwijs in een of meer talen
     Zo'n taalstudie zou ook op één plaats geconcentreerd moeten worden. "We kunnen nu op vijf plaatsen Duits studeren. Het is beter om de expertise te bundelen en het op één plaats goed te geven."[2]
     De tekst met wederzijdse rechten en plichten werd vertaald door de ’prezedent’ van de vzw Variaties, de Koepelorganisatie voor Dialecten en Oraal Erfgoed in Vlaanderen, die samenwerkt met het Seminarie voor Nederlandse Taalstudie en Dialectologie van de UGent.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord taalstudie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Zorgen over teloorgang letterenstudies” (04-03-2015), NOS
  3. Weblink bron
    jta
    “Gent huwt eerste koppels in de streektaal” (15/07/2011), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.