taaluiting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taaluiting    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • taal·ui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taaluiting taaluitingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detaaluitingv

  1. (taalkunde) dat wat men laat zien of merken door woorden
     Fennema maakte onderscheid tussen discrimineren als taaluiting en als handeling. „Iemand de toegang tot een winkel beletten op grond van diens ras, mag niet.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord taaluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “„Schaf verbod op racisme af”” (22-05-2002), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.