tab

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tab    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tab
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘uitstekend strookje’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tab tabs
verkleinwoord tabbetje tabbetjes

Zelfstandig naamwoord

detabm [3]

  1. uitstekend strookje
  2. tabulator, de horizontale tab veroorzaakt een sprong van 8 spaties
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord tab staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Haïtiaans Creools

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

tab

  1. tafel

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.