tandtrauma

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tandtrauma    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tand·trau·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandtrauma tandtrauma's
tandtraumata
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hettandtraumao

  1. (medisch) een verwonding van de tanden of de weefsels die tanden ondersteunen

Gangbaarheid

  • Het woord 'tandtrauma' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.