tankstation
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tankstation (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtɛnkstaˌʃɔn / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈtɛŋkstɑʃɔn/, /ˈtɛŋkstɑtʃɔn/
- (Limburg): /ˈtɑŋkstaʃɔː/
Woordafbreking
- tank·sta·ti·on
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tank en station
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tankstation | tankstations |
verkleinwoord | tankstationnetje | tankstationnetjes |
Zelfstandig naamwoord
het tankstation o
- plaats waar men benzine of diesel kan tanken
- Bij veel tankstations zijn de benzineprijzen behoorlijk omhoog gegaan.
- Duurt een stroomstoring langer dan vier uur, dan moet voedsel grootschalig worden weggegooid en komen automobilisten steeds vaker stil te staan. Dat geldt niet alleen voor stekkerauto's met een lege accu, maar ook voor brandstofwagens; tankstations werken zonder elektriciteit namelijk ook niet meer.[1]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord tankstation staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tankstation" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ www.nu.nl (26 mrt 2025)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.