tankstation

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tankstation    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɛnkstaˌʃɔn/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈtɛŋkstɑʃɔn/, /ˈtɛŋkstɑtʃɔn/
    • (Limburg): /ˈtɑŋkstaʃɔː/
Woordafbreking
  • tank·sta·ti·on
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tankstation tankstations
verkleinwoord tankstationnetje tankstationnetjes

Zelfstandig naamwoord

hettankstationo

  1. plaats waar men benzine of diesel kan tanken
    • Bij veel tankstations zijn de benzineprijzen behoorlijk omhoog gegaan. 
    • Duurt een stroomstoring langer dan vier uur, dan moet voedsel grootschalig worden weggegooid en komen automobilisten steeds vaker stil te staan. Dat geldt niet alleen voor stekkerauto's met een lege accu, maar ook voor brandstofwagens; tankstations werken zonder elektriciteit namelijk ook niet meer.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tankstation staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.