tastcel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tastcel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tast·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tastcel tastcellen
verkleinwoord tastcelletje tastcelletjes

Zelfstandig naamwoord

detastcelv/m

  1. (biologie) cel die betrokken is bij de tastzin

Gangbaarheid

  • Het woord 'tastcel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.