taxusboom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taxusboom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • taxus·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord taxusboom taxusbomen
verkleinwoord taxusboompje taxusboompjes

Zelfstandig naamwoord

detaxusboomm [1]

  1. (plantkunde) Taxus baccata  een conifeer uit de taxusfamilie
     lk ben geboren in Villon in het jaar 1691, mijn ouders waren Jean en Marthe, en we woonden in een stenen huis vlak achter een oude taxusboom.[2]
     De oude taxusboom staat nog altijd op wacht aan het eind van het weggetje.[2]
     Het is verstandig de komende tijd op te passen voor de taxusboom, waarschuwen deskundigen. Die geeft tenminste tot eind november kleine rode vruchtjes die aantrekkelijk ogen, maar heel gevaarlijk kunnen zijn voor kinderen. ,,Er zijn wel meer giftige planten, maar deze besjes vragen er bijna om om van gesnoept te worden.”[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord taxusboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 1 2
    V.E. Schwab
    “Het onzichtbare leven van Addie LaRue” (2021), De Boekerij , ISBN 9789022591932
  3. Weblink bron
    Davine Lambert
    “Arts waarschuwt voor rode besjes van taxusboom: ‘Voor kinderen onweerstaanbaar, maar heel giftig’” (29-09-2022), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.