tbs-patiënt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tbs-patiënt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tbs-·pa·ti·ent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tbs zn en patiënt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tbs-patiënt | tbs-patiënten |
verkleinwoord | tbs-patiëntje | tbs-patiëntjes |
Zelfstandig naamwoord
de tbs-patiënt m
- (medisch) (juridisch) psychiatrische patiënt die een ernstig misdrijf heeft gepleegd en daarvoor is opgenomen in een tbs-kliniek.
- ▸ Een ouder van een van de tbs-patiënten in de Oostvaarderskliniek zegt tegen de regionale omroep dat haar zoon een brief heeft gehad waarin staat dat er zeer gevaarlijke drugs worden binnengebracht in de kliniek. "Ik heb weer met afschuw een artikel moeten lezen over de misstanden in de Oostvaarderskliniek. Er zijn nu al twee doden en wie weet wanneer de volgende dode valt. Ik ben echt pislink."[1]
Synoniemen
- tbs'r
Gangbaarheid
- Het woord tbs-patiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Maatregelen Oostvaarderskliniek na dood tbs-patiënt” (maandag 24 juni, 20:31), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.