teddybeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  teddybeer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɛdiˌber/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ted·dy·beer
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem, van Engels teddy bear, door de Amerikaanse bedenker M. Michtom in 1912 genoemd naar de toenmalige Amerikaanse president “Teddy” Roosevelt , omdat die bij het jagen had geweigerd op een berenjong te schieten, in de betekenis van ‘kinderspeelgoed’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord teddybeer teddyberen
verkleinwoord teddybeertje teddybeertjes

Zelfstandig naamwoord

deteddybeerm

  1. (speelgoed) zachte pluizige speelgoedbeer
    • Zij sliep tot haar twintigste nog altijd met een teddybeer in bed. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord teddybeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.