tegenstelling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tegenstelling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·gen·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plaatsing tegenover, contrast’ voor het eerst aangetroffen in 1573.[1]
  • samenstelling van  tegen bw  en  stelling zn 
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenstelling tegenstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detegenstellingv

  1. het tegenovergestelde
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • in tegenstelling tot
in contrast met anderen
  Het was een lange slanke vent van in de veertig, en in tegenstelling tot alle andere hikers was hij glad geschoren met een verzorgde, gezonde uitstraling. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tegenstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.