tegenvoeter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tegenvoeter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·gen·voe·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘iem. die aan de andere kant van de aarde woont’ voor het eerst aangetroffen in 1624 [1]
  • Samenstellende afleiding van tegen en voet met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenvoeter tegenvoeters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detegenvoeterm

  1. iemand die aan de tegenovergestelde zijde van de wereld leeft
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tegenvoeter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.