the

Engels

Naar frequentie 1
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ðə/, /ði/ (voor een klinker)
Woordherkomst en -opbouw

Lidwoord

the

  1. de
  2. het


Oudnederlands

Woordherkomst en -opbouw

Lidwoord

the

  1. de
    «biuet the lera»[2]
    ontvangt de leer

Betrekkelijk voornaamwoord

the

  1. wie
    «In ik beid thia samon gedruouit uuirthj in ne uuas, the getrostoda in ne fant.»[3]
    En ik wachtte op degene die samen (met mij) bedroefd zou worden - hij was er niet, op wie mij troostte - ik vond hem niet.
Overerving en ontlening

Verwijzingen

  1. the op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    MR (ed.)
    “Psalm 2:12 in de Wachtendonkse Psalmen (3 maart 2009; origineel 10e eeuw) op sites.google.com/site/zuiderzeezite
  3. Weblink bron
    MR (ed.)
    “Psalm 68:21 in de Wachtendonkse Psalmen (3 maart 2009; origineel 10e eeuw) op sites.google.com/site/zuiderzeezite


Xhosa

Werkwoord

the 15

  1. zeggen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.