themapark
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: themapark (hulp, bestand)
Woordafbreking
- the·ma·park
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van thema en park
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | themapark | themaparken |
verkleinwoord | themaparkje | themaparkjes |
Zelfstandig naamwoord
het themapark o
- een amusementsoord waar ter ontspanning en vermaak verscheidene attracties zijn opgesteld met aankleding in de stijl van een bepaald thema
- ▸ In Tain l'Hermitage wordt elk jaar zo'n file nagebootst met klassieke voertuigen. Vaak dragen chauffeurs en passagiers kleding uit de jaren vijftig en zestig, terwijl ze begeleid worden door gendarmes in originele uniformen, op klassieke motorfietsen. Van levensader tot nostalgisch themapark, een zwartkijker zou in de Nationale 7 een metafoor voor Frankrijk kunnen zien.[1]
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord themapark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.