thuisblijfmoeder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: thuisblijfmoeder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- thuis·blijf·moe·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van thuisblijven ww en moeder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | thuisblijfmoeder | thuisblijfmoeders |
verkleinwoord | thuisblijfmoedertje | thuisblijfmoedertjes |
Zelfstandig naamwoord
de thuisblijfmoeder v
- moeder die geen betaalde arbeid verricht
- ▸ De professionele netwerksite LinkedIn heeft opties toegevoegd die je op je curriculum vitae kan zetten. Zo kan je vanaf nu ‘thuisblijfmoeder’ of ‘thuisblijfvader’ selecteren als baan, een waardevolle erkenning voor het onzichtbare werk dat een thuisblijfouder verricht.[1]
Afgeleide begrippen
- thuisblijfmoederschap
Gangbaarheid
- Het woord thuisblijfmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Evi Alens“Op LinkedIn kan je nu ook zeggen dat je ‘thuisblijfouder’ bent” (08-06-2021), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.