tijdklok
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tijdklok (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tijd·klok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd en klok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdklok | tijdklokken |
verkleinwoord | tijdklokje | tijdklokjes |
Zelfstandig naamwoord
de tijdklok v / m
- (elektrotechniek) een schakelaar die om een bepaald tijdstip automatisch de schakeling omzet
- Toen we op vakantie waren gebruikten we een tijdklok om 's avonds te laten lijken alsof we thuis waren.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tijdklok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijdklok" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.