tijdrit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tijdrit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tijd·rit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdrit tijdritten
verkleinwoord tijdritje tijdritjes

Zelfstandig naamwoord

detijdritm

  1. (wielrennen) etappe waarin de renners individueel starten met een vast interval ertussen, en waarbij ze het parcours zo snel mogelijk moeten afleggen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tijdrit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.