tijdsbestek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tijdsbestek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tijds·be·stek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdsbestek tijdsbestekken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hettijdsbesteko

  1. een bepaalde tijdsduur of tijdsperiode.

Gangbaarheid

  • Het woord tijdsbestek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.