toiletpapier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toiletpapier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • toi·let·pa·pier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toiletpapier
verkleinwoord toiletpapiertje toiletpapiertjes

Zelfstandig naamwoord

hettoiletpapiero

  1. wc-papier, closetpapier, pleepapier, rol papier voor persoonlijke hygiëne in toiletten
    • Na de toiletgang gebruik je toiletpapier. 
     Ze ruimden vooral toiletpapier, sigarettenpeuken, blikjes, flessen en voedselverpakkingen op.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord toiletpapier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.