tokke
Niet te verwarren met: Tokke, tokkeh |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tokke (hulp, bestand)
- IPA: /ˈtɔkə/
Woordafbreking
- tok·ke
Woordherkomst en -opbouw
- tw: klanknabootsing
- zn: van Italiaans tocca [1]
- ww: tok ww met de uitgang -e
Tussenwerpsel
tokke
- tikkend geluid snel gevolgd door eenzelfde geluid
- ▸ Tok, tokke, tok, daar vallen de drie gemarmerden tegelijk naar beneden.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tokke | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de tokke v
- (verouderd) met zilver of goud doorweven zijde of fluweel
Schrijfwijzen
- tocke
Hyperoniemen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tokken |
tokke
- aanvoegende wijs van tokken
Gangbaarheid
- Het woord tokke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Johanneke van SlootenHet spoor van de slakkenkoning in: De Gids., jrg. 172 nr. 6/7 (juni/juli 2009), Balans, Amsterdam, ISBN 978 94 6003 0048, p. 564
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.