toneelwerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toneelwerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • to·neel·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toneelwerk toneelwerken
verkleinwoord toneelwerkje toneelwerkjes

Zelfstandig naamwoord

hettoneelwerko

  1. een literairwerk geschreven voor het toneel
     In al mijn toekomstig toneelwerk zal een rol voor hem weggelegd zijn, te spelen door een acteur niet groter dan 1 m 60.[1]
  2. werk dat men op het toneel heeft gedaan
     Voor haar toneelwerk werd ze in 1966 onderscheiden met de titel Actrice van het Jaar.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord toneelwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
  2. Weblink bron “Actrice Ina van Faassen overleden” (23-07-2011), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.